Onze eigen coronacrisis en déjà-vu in slow-motion


Ons persoonlijke coronaverhaal begon twee maanden eerder dan voor de meeste Nederlanders. Ik heb nog eens proberen terug te halen wanneer ik voor het eerst over de vreemde gevallen van longontsteking in Wuhan hoorde en het is waarschijnlijk onderstaande tweet geweest van David Paulk van Sixth Tone.

De SupChina-nieuwsbrief die ik dagelijks trouw lees, maakte een dag later ook melding van een artikel van Reuters waarin een plotselinge uitbraak van longontsteking in Wuhan beschreven werd. Inmiddels weten we dat de oorsprong van de uitbraak herleid kan worden tot een inwoner uit een andere stad in de provincie Hubei in midden november. Volgens analyses die in de loop van maart verschenen waren er op het moment dat het nieuws voor het eerst op Twitter verscheen al honderden besmette personen.

Maar dat was begin januari nog niet bekend en het nieuws uit Wuhan leek toen slechts een van de frequente berichten over plaatselijke uitbraken van ziekten in China. Intussen was de Chinese centrale overheid echter al bezig met een onderzoek en was de WHO reeds geïnformeerd, zoals we kunnen zien in deze uitstekende timeline.

In de dagen die volgden begon de crisis -met officieel gerapporteerde aantallen in Wuhan en Hong Kong die in de tientallen liepen- serieuze vormen aan te nemen. Weer enkele dagen later verschenen de eerste berichten over besmettingen in Zuid-Korea (8/1), Thailand (13/1) en Japan (19/1). Het virus was inmiddels geïdentificeerd als een coronavirus gerelateerd aan SARS en MERS en half januari verschenen de eerste vermoedens dat het virus zich van mens op mens kon verspreiden. Het onderwerp van het virus was inmiddels een dagelijks terugkerend item geworden in de SupChina-nieuwsbrief en op Twitter.

Dat er echt stront aan de knikker was bleek op 20 januari toen Zhong Nanshan, een van de leidende artsen uit de SARS-crisis van 2003, na een bezoek met een crisisteam aan Wuhan op de Chinese TV bevestigde dat het virus van mens op mens overdraagbaar was. Ik begon te beseffen dat dit wel eens invloed zou kunnen gaan hebben op de studiereizen die we bij ChinaTalk verzorgen, ondanks dat we Wuhan daarbij niet bezoeken. Ik zag in China inmiddels een run ontstaan op mondkapjes en besloot voor de zekerheid maar een paar doosjes te bestellen op Amazon, voor het geval we die nodig mochten hebben voor onze reizigers. ‘Mondkapjes worden het nieuwe melkpoeder’, zei ik nog. Later zou overigens blijken dat de FFP1-mondkapjes die ik gekocht had onvoldoende bescherming bieden tegen COVID-19.

Vanaf 22 januari begon ik dagelijks de statistieken op Ding Xiang Yuan te volgen. Ik hield naast Beijing, Shanghai en de provincie Zhejiang die we met onze reizen bezoeken ook vooral de aantallen in de provincie Shanxi in de gaten, want daar wonen Jessica’s ouders. Diezelfde dag informeerde ik onze opdrachtgevers voor de drie geplande reizen in maart en april:

“Ondanks dat het de komende dagen nog volop in het nieuws zal zijn is er geen reden voor paniek of afzeggen van de reis. Het virus verspreidt zich vanuit Wuhan, Hebei wel door China en daarbuiten, maar het aantal gevallen buiten Wuhan is heel erg beperkt; volgens de laatste cijfers die ik heb gezien minder dan 10 per provincie. We komen tijdens de reis niet in Wuhan en momenteel is de kans op besmetting nihil. Het is echter de vraag wat de komende weken de effecten gaan zijn van de enorme migratie tijdens Chinees Nieuwjaar. De overheid lijkt echter te hebben geleerd van de misstappen die ze met SARS hebben gemaakt en hebben al diverse maatregelen ingesteld, vooral rondom Wuhan. Ik ga er vooralsnog vanuit dat de reis gewoon door zal gaan.”

Het risico van verspreiding tijdens het Chinees Nieuwjaar had de overheid ook ingezien, want een dag later ging Wuhan in lockdown. Maar 5 miljoen mensen hadden de stad inmiddels al verlaten.

Domino

Wat volgde was een domino-effect op onze reizen.

We hadden goede afspraken met onze lokale agent, waarbij we tot 30 dagen voor vertrek de geboekte reizen nog kosteloos konden annuleren. Dat werden dus belangrijke go/no-go-data die respectievelijk halverwege februari, eind februari en halverwege maart lagen. Via onze opdrachtgevers informeerden we de reizigers die deelnamen aan de drie reizen, dat we het nieuws nauwgezet in de gaten hielden en dat een eventuele beslissing om de reis te annuleren dus uiterlijk een maand voor vertrek gecommuniceerd zou worden.

Ten tijde van de lockdown van Wuhan gingen we er nog vanuit dat het probleem beperkt zou blijven tot die stad en we de reizen, eventueel met wat aanpassingen zoals het mijden van openbaar vervoer, gewoon door konden laten gaan. Enkele dagen later begon de provincie Zhejiang echter ook problemen te vertonen. Mogelijk zouden we Hangzhou, de hoofdstad van de provincie, moeten laten vervallen uit het programma.

Op 28 januari werd het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangepast. Wuhan was al een tijdje oranje (alleen noodzakelijke reizen), maar de rest van China was nu geel (veiligheidsrisico’s). De VS en Zuid-Korea hadden inmiddels een negatief reisadvies afgegeven voor heel China. British Airways en Lufthansa legden hun vluchten naar China stil.

Op 31 januari paste het Ministerie van Buitenlandse Zaken het reisadvies opnieuw aan. Heel China kleurde oranje en Wuhan rood. Ten tijde van het schrijven van dit artikel is dat nog steeds zo. KLM schortte haar vluchten op tot 9 februari.

Ons standpunt voor het al dan niet annuleren van de studiereizen werd aangepast; indien het reisadvies voor China een maand voor vertrek nog steeds oranje was en er geen aan-zekerheid- grenzende-waarschijnlijkheid was dat die in de weken daarna weer geel of groen zou worden zouden we de reizen moeten annuleren. We konden niet het risico lopen, dat we de reizigers zouden moeten terugbetalen en ook de lokale agent zouden moeten betalen. We hadden ons net aangesloten bij een garantiefonds, dat reizigers beschermt bij faillissement van een reisorganisatie, en wilden daar eigenlijk nog geen gebruik van hoeven te maken…

Hoewel ik nog steeds van mening was dat het veiligheidsrisico in steden als Shanghai en Beijing acceptabel bleef, stond het dagelijkse leven in die steden wel enorm op z’n kop. En hoe interessant zou een city safari langs winkellocaties zijn in uitgestorven shopping malls en gesloten winkels? Ik was het dus eens met de opdrachtgever van de eerste reis, die aangaf, dat zelfs bij een ‘geel’ reisadvies ze mogelijk niet het China te zien zouden krijgen dat ze in gedachten hadden. We besloten op 11 februari de reis af te blazen. Helaas konden we niet tot overeenstemming komen over een nieuwe datum in het najaar, wat betekende dat het onzeker zou zijn of we deze reis überhaupt nog zouden kunnen uitvoeren. Alhoewel je je zou kunnen afvragen of dat wel verstandig was, had ik geen zin in een zakelijk conflict en stortte ik het geld direct terug. Op dat moment waren er nog geen creatieve oplossingen als ‘coronavouchers’ waar de reisbranche later mee op de proppen kwam.

Ook voor de tweede reis, die gepland stond voor eind maart, kwamen we eind februari tot de conclusie dat het verstandiger was deze niet door te laten gaan. De vlucht die we geboekt hadden voor die reis was inmiddels ook geannuleerd door KLM. Gelukkig leek op dat moment het merendeel van de deelnemers geïnteresseerd in een vervangende reis in het najaar. Die alternatieve datum was oorspronkelijk echter bedoeld voor een extra reis met dezelfde opdrachtgever, dus het betekende sowieso een verlies voor ons.

De situatie in China verbeterde langzaam en ik had er vertrouwen in dat het in april, wanneer de derde reis zou vertrekken, wel voldoende veilig zou zijn om China weer te bezoeken en dat, in afwachting van een aangepast reisadvies, de laatste reis  wellicht dus gewoon door kon gaan. Ook Zhong Nanshan had gezegd dat hij verwachtte dat de grootste problemen tegen die tijd wel over zouden zijn.

Intussen was de coronacrisis echter losgebarsten in Italië en op 27 februari werd het eerste geval in Nederland geïdentificeerd. Ik begon me langzaamaan zorgen te maken om een ander scenario, waarbij China de 14 dagen quarantaine die binnen het land voor binnenlandse reizigers al enkele maanden gold, ook zou laten gelden voor mensen die uit het buitenland arriveren. Dat zou desastreus zijn voor de reis in april. Je kunt je reizigers moeilijk verkopen, dat hun trip met een week verlengd is, maar ze wel de gehele reis in dezelfde hotelkamer moeten blijven.

In verband met die verwachting besloot ik uiteindelijk op 3 maart ook akkoord te gaan met verplaatsing van de derde reis naar het najaar. Al snel bleek dat mijn angst niet ongegrond was. Gezien de escalerende coronacrisis in de rest van de wereld voerde China op 11 maart de gevreesde 14-daagse quarantaine in.

Daar zaten we dan begin maart. Alle reizen van het voorjaar geannuleerd, zeker 50% van onze jaaromzet verloren en in onzekerheid over het wel of niet doorgaan van de reizen in het najaar. Maar gelukkig had ik nog wat aanvragen voor lezingen de komende maanden; die zouden het gat een beetje op kunnen vullen. En gelukkig konden we in ieder geval zelf nog naar China voor wat veldwerk en familiebezoek.

Maar toen kwam het in Nederland tot een uitbraak…

En werden alle evenementen waar ik zou spreken tot zeker begin juni geannuleerd…

En besloot China op 27 maart voorlopig geen buitenlanders meer toe te laten om het risico op geïmporteerde besmettingen te minimaliseren…

Paniek

Toen de eerste Nederlandse besmetting op 27 februari bekend werd raakte Jessica in paniek. Het virus was in Nederland gearriveerd en we liepen levensgevaar! Ze had de neiging om te gaan hamsteren en meteen met een mondkapje te gaan rondlopen.

Ik vertelde haar dat ze niet in paniek hoefde te raken. Dit was Nederland, niet China. Hier stoppen we dit soort incidenten niet in de doofpot. We hadden daarnaast open communicatie vanuit de overheid, een goede gezondheidszorg en slimme organisaties als het RIVM. Het zou allemaal wel goedkomen. We konden vertrouwen op onze leiders. Twee weken later was ik zelf de paniek nabij.

Er waren inmiddels meer dan 800 geïdentificeerde besmettingen (twee dagen later zou bekend worden dat het werkelijke aantal waarschijnlijk eerder rond de 6.000 zou liggen). De ergste uitbraak was ironisch genoeg in de regio waar wij wonen.

Ik had inmiddels 2 maanden lang al het coronanieuws uit China van dag tot dag gevolgd. Bestudeerde dagelijks de statistieken, las tientallen artikelen in de South China Morning Post waarin steeds meer kennis over het virus werd gedeeld. Ik bekeek de video’s van ‘citizen vloggers’ in Wuhan. En het enige dat ik in die twee weken in Nederland had zien gebeuren was, dat er geadviseerd werd geen handen meer te schudden en redelijk vrijblijvend werd gevraagd om maar thuis te blijven als je naar een risicogebied was geweest of in Noord-Brabant woonde en moest hoesten. Hadden we helemaal niets geleerd van wat er de afgelopen maanden in Azië en Italië was gebeurd? Hoe konden we China verwijten, dat ze 3 weken niets gedaan hadden, terwijl wij zelf twee maanden de tijd hadden gehad?

En inderdaad, ik merkte om me heen dat de situatie in Nederland niet echt serieus genomen werd. Je hoorde nog steeds mensen zeggen, dat het weinig meer was dan een griepje en ondanks verzoeken om thuis te blijven trok men er bij goed weer vrolijk op uit naar bos en zee. Evenementen tot 1000 personen werden verboden met het dringende verzoek aan kleinere evenementen om dit voorbeeld te volgen. Onze lokale concertzaal besloot harde maatregelen te nemen door geen gratis nootjes meer op de bar te plaatsen…

Pas na de striktere maatregelen van 23 maart heb ik weer een beetje vertrouwen gekregen in de aanpak in Nederland. Ik kijk trouw de technische briefings van het RIVM op woensdagmorgen en ben trots op Nederland dat we deze openheid hebben. Ik weet inmiddels ook dat ik moet uitschakelen voor het Kamerdebat begint, want dat doet mijn trots als sneeuw voor de zon verdwijnen.

Ondanks de professionele aanpak van het RIVM vind ik nog steeds dat de maatregelen strenger zouden mogen zijn met duidelijke richtlijnen zonder mogelijkheid voor eigen interpretatie en met minder individuele vrijheden. Er zit nog een enorm gat tussen de autoritaire Chinese aanpak waar men zo bang voor lijkt te zijn en de Nederlandse aanpak waar veel aan de ‘verstandige burgers’ wordt overgelaten. We willen niet van China leren, omdat alles automatisch bestempeld wordt als inbreuk op de mensenrechten. China zegt op haar beurt, dat het recht op leven van de burgers het belangrijkste mensenrecht is en individuele vrijheden daarom tijdelijk moeten wijken.

Déjà Vu

Al snel werd alles wat ik in Nederland zag gebeuren een grote déjà vu van wat ik de voorgaande maanden in China had gezien, alleen dan vertraagd afgespeeld. Thuiswerken en overbelaste servers, scholen die dicht gingen en leraren die vanuit huis lesgeven, de recreatieve en horecasectoren die gesloten werden en een explosie aan besmettingen en ziekenhuisopnames. Mensen bleven weg uit winkels. Online verkopen van bepaalde productcategorieën stegen. Maaltijdbezorgingen daalden, boodschappenbezorging zat in de lift. Contactloze levering. Fabrieken die worden omgebouwd voor productie van mondkapjes.

Ik herinner me een verhaal over een vrouw in Wuhan die elke dag om 5 uur opstond om in een app nog een bezorgtijd voor haar boodschappen te bemachtigen, omdat er onvoldoende bezorgcapaciteit was. Ik moest aan haar denken toen ik bij Jumbo mijn boodschappen bestelde voor thuisbezorging en twee weken later pas geleverd kon worden. Maar daar kan je tenminste nog bestellen. De webshop van Amazing Oriental waar we vaker boodschappen bestellen is zelfs helemaal stilgelegd. Boodschappenbezorger Picnic meldt eerst honderden extra medewerkers te willen aannemen en later dat ze de capaciteit flink uitbreiden. Allemaal déjà vu. Uiteindelijk verschillen we helemaal niet zoveel van China.

Eind januari ging er een filmpje rond over drones die in China mensen zonder mondkapje berispend toespraken. “Belachelijk! Zoiets kan alleen maar in China! Echt zooo Big Brother!” leek de algehele mening van het wereldwijde web. 21 maart verscheen een video die liet zien hoe drones op soortgelijke wijze werden ingezet in België en Frankrijk. Twee weken later waren de drones in Zandvoort gearriveerd. Only in China they said, only in China …

China maakte al vroeg tijdens de uitbraak gebruik van telecomgegevens en apps om mensen erop te attenderen dat ze in de buurt waren geweest van een besmette persoon. Dezelfde ideeën zien we nu ook in Europa verschijnen en er werd 7 april tijdens een persconferentie van de Nederlandse regering voor het eerst gesproken over ‘twee apps’. Maar vanwege de privacy gaan de besluitvorming en ontwikkeling tergend langzaam. Intussen blijven we thuis of liggen we op de IC…

De grote vraag is ook hoe we verdere verspreiding tegengaan als de maatregelen versoepeld worden. China heeft een ‘health code’ geïntroduceerd waarmee potentiële risicogevallen tijdelijk geïsoleerd kunnen worden. De technologie is allesbehalve transparant en niet zonder problemen,  maar stelt China wel in staat het dagelijks leven weer op te pakken. Binnen onze samenleving is zo’n app vrijwel ondenkbaar. Maar het zou ons naar mijn mening wel kunnen helpen, omdat deze niet zozeer gericht is op het informeren van mensen die potentieel besmet zijn, en daarmee reactief is, maar op het voorkomen van die besmetting.

Concluderend: ik heb het allemaal eerder gezien en drie maanden lang gevolgd. Ik heb de afgelopen maanden zelf ook veel geschreven en gesproken over technologische ontwikkelingen in relatie tot COVID-19 in China. Het leven is nu één grote déjà vu in slow-motion.

Er zijn twee dingen die ik jammer vind bij dit alles. Allereerst dat we zo nu en dan het wiel opnieuw lijken te willen uitvinden. Ik zie resultaten van medische onderzoeken voorbijkomen die al weken, zo niet maanden bekend zijn in China. Ik zie in de adviezen van het RIVM de conclusies uit bestaande Chinese onderzoeken ook vaak niet terugkomen. Alsof we eerst alles zelf willen onderzoeken voordat we die conclusies willen accepteren. Je zou ook de conclusies ‘onder voorbehoud’ kunnen accepteren en later kunnen valideren.

Als ik mensen erop wijs dat zaken echt al langer bekend zijn en er meer naar China gekeken moet worden hoor ik excuses als ‘ik lees geen Chinees’ en ‘Chinese cijfers zijn onbetrouwbaar’. Dat soort excuses zijn gevaarlijk naïef. Er zijn voldoende goede, betrouwbare Engelstalige nieuwsbronnen als Caixin en de South China Morning Post. En ja, cijfers van Chinese overheden en hun officiële media zijn vaak niet betrouwbaar, maar dat geldt niet automatisch voor elk Chinees onderzoek. Daarnaast kun je uitgaan van de volgende stelregel: bij negatief nieuws zijn de werkelijke cijfers waarschijnlijk erger dan gecommuniceerd, bij positief nieuws zijn de cijfers waarschijnlijk minder goed dan gecommuniceerd. Kortom, zowel het daadwerkelijke aantal besmettingen in China als het aantal huidige nieuwe besmettingen ligt wellicht hoger. Maar zijn nóg hogere getallen echt nodig om de ernst van de situatie in te zien?

Ik vraag me samen met veel andere China-watchers al weken af waar deze houding vandaan komt. Is het omdat het ‘ver van ons bed’ is en ons toch niet overkomt? Is het actief negeren uit desinteresse en de arrogantie dat wij het beter weten dan die Aziaten? China-correspondent Eefje Rammeloo vraagt zich dan ook terecht af ‘Heeft niemand gelezen wat wij schreven?’. De verklaring van Step Vaessen: ‘Nederland werd het centrum van de wereld en daaromheen werd het steeds stiller’

Hoe ervaar ik dit allemaal?

Na mijn laatste lezing op 3 maart ben ik in principe thuisgebleven. Ik had 13 maart eigenlijk naar China moeten vliegen, maar het is nu onduidelijk wanneer ik de kans weer krijg om daarheen te gaan.

Net als iedereen missen we natuurlijk het persoonlijke contact met vrienden en familie. Maar eerlijk gezegd wonen veel van onze vrienden toch al zo verspreid, dat we individuele vrienden maar een paar keer per jaar zien en contact veelal via internet verloopt. Nu de ‘social distancing’-maatregel slechts enkele weken oud is treden er wat dat betreft nog niet echt ‘ontwenningsverschijnselen’ op. Maar die gaan zeker komen en de maandelijkse pubquiz waar ik aan deelneem en een aantal concerten waar ik normaal vrienden bij tref zijn inmiddels ook afgelast…

Veel mensen moeten wennen aan thuiswerken. Dat is voor mij persoonlijk niet het geval. In mijn desk-research over China werk in normaal al vanuit huis. Mijn voormalige freelance marketingwerkzaamheden voor opdrachtgevers stonden al enige tijd op een laag pitje en vonden ook vooral vanuit huis plaats, mede om onnodige reistijd te besparen. Ik heb al bijna 20 jaar een volledig ingerichte kantoorruimte aan huis en ook Jessica heeft op de bovenverdieping een kamer die is ingericht als kantoortje dat ze normaal gebruikte voor studie en voorbereiding van haar lessen. We hebben dus beiden onze eigen ruimte en daarmee weinig last van elkaar als we aan het werk zijn.

Toen op 6 maart de Nederlandse bevolking werd gevraagd thuis te blijven in geval van hoesten en Jessica een kriebelhoest had besloot ze daar gehoor aan te geven. We hadden beiden natuurlijk al veel gelezen over de manier waarop studenten in China thuis les kregen en besloten de mogelijkheid aan te grijpen om dit proactief zelf uit te proberen. We maakten 10 maart een filmpje van haar experiment.

Toen op 16 maart onder druk van de bevolking uiteindelijk besloten werd om de scholen te sluiten was Jessica dus al voorbereid. Ook de lessen die ze volgde aan de universiteit van Leiden gingen online en persoonlijk ervaart ze dit als erg prettig, omdat het haar 5 uur reistijd bespaart en ze zich toch wel zorgen maakte over mogelijke besmettingen in het openbaar vervoer en potentiële racistische opmerkingen die ze zou kunnen krijgen als ze een mondkapje zou dragen.

Die angst is zeker niet ongegrond. Voor het coronavirus in Nederland arriveerde was er al een discussie over racisme en opmerkingen die Aziaten naar hun hoofd geslingerd kregen. Zelf zag ik begin februari bij een bezoekje aan Amazing Oriental hoe een jong meisje haar hand voor haar mond sloeg toen ze bij de ingang langs een ouder Aziatisch echtpaar liep. De moeder schoot in de lach en vroeg haar dochter: ‘Ben je bang voor het virus?’. Wat wil je in een land waarbij DJs leuk bedoelde carnavalsliedjes maken met teksten over ‘spleetogenvirus’ en ‘stinkchinezen’. Zouden deze moeder en plaatjesdraaier zich inmiddels zelf zorgen maken om het virus en zich iets meer kunnen verplaatsen in hun medemens?

Naast het thuiswerken zullen veel mensen zich nogal opgesloten voelen in hun eigen huis. Voor mij persoonlijk is dat niet zozeer het geval. Al sinds mijn tienerjaren heb ik zeer zware hooikoortsaanvallen die van midden mei tot in augustus kunnen duren. Ik heb verschillende langdurige kuren en medicijnen gehad die allemaal niet bleken aan te slaan. Uiteindelijk was de enige manier om aanvallen te voorkomen zoveel mogelijk binnenblijven. In de praktijk betekent dit dat ik in de winter vooral binnenblijf vanwege het weer en in de zomer vanwege graspollen.

Blijven de herfst en de lente over. En dat zijn de laatste jaren nu net de momenten dat ik twee keer twee maanden in China verblijf voor veldonderzoek en het begeleiden van studiereizen. Dat brengt mij uiteindelijk tot datgene waar ik in deze hele situatie het meeste moeite mee heb. Het is niet het verloren inkomen, het is niet het aan huis gekluisterd zitten. Het is het feit dat ik nu niet naar China kan, niet kan inschatten wanneer dat wel mogelijk gaat zijn en naast het feit dat ik graag tijd doorbreng in het land dus ook niet weet wanneer we onze zaken weer kunnen oppakken. Ik heb momenteel niets concreets om nog echt naar uit te kunnen kijken en m’n energie in te storten…

Onze omzet voor 2020 is gehalveerd en mochten we de draad in de tweede helft van het jaar niet kunnen oppakken, door inreisbeperkingen of gebrek aan deelnemers, en evenementen nog steeds beperkt worden zal het merendeel van de andere helft ook niet te realiseren zijn. Om verschillende redenen kunnen we geen gebruik maken van de huidige ondersteuning door de overheid. Gelukkig hebben we als zelfstandig ondernemers een buffer opgebouwd en kunnen we het wel even volhouden als we ons uitgavenpatroon wat aanpassen. De grote vraag blijft voor ons dus vooral hoe de situatie er in de tweede helft van het jaar en de eerste helft van volgend jaar uit gaat zien.

Intussen proberen we zoveel mogelijk een nieuw ritme te vinden gedurende de dag. We hebben overdag onze eigen eetpatronen, wat ook te maken heeft met het feit dat Jessica als Chinees het liefste drie keer per dag warm eet terwijl voor mij een beschuitje en boterham voldoende is als ontbijt en lunch. Ik maak echter wel regelmatig een flinke voorraad congee voor haar en ’s avonds eten we wel samen. Ik ben op de meeste dagen degene die kookt en kan inmiddels uit een flink repertoire aan authentieke Chinese gerechten putten (deze week maakte in mijn 600e gerecht). Jessica doet regelmatig tai chi en ik klim zelf om de dag op de crosstrainer om te zorgen dat ik niet helemaal vastgroei in m’n bureaustoel. ’s Avonds proberen we zoveel mogelijk achter de computers vandaan te komen om een film of een aflevering uit een serie te kijken. Om 11 uur zetten we een punt achter de dag en om ook mentaal een beetje gezond te blijven doen we een korte meditatie voor we daarna heel snel in slaap vallen om de volgende dag rond een uur of half 8 weer wakker te worden en ons te realiseren dat we ondanks alle tegenslagen gelukkig nog gezond zijn.