Post-corona China: China zet in op ‘nieuwe infrastructuur’


Originele foto door Kin Li

De coronacrisis heeft de afgelopen maanden flinke sporen nagelaten in China. Maar het land krabbelt stukje bij beetje uit het dal. Hoewel de term ‘post-corona’ in de titel het einde van de crisis suggereert is deze verre van voorbij. In een reeks artikelen kijken we naar de effecten van de crisis, de acceleratie van technologie en wat er van de veranderingen daadwerkelijk lijkt te blijven hangen.

Om de economische crisis die het gevolg is van COVID-19 te bestrijden kondigde Xi Jinping in maart, naast verdere investeringen in traditionele infrastructuur zoals bijvoorbeeld hogesnelheidstreinen, investeringen in ‘nieuwe infrastructuur’ (新基建 xīn jījiàn) aan. Nieuwe infrastructuur werd in april gedefinieerd als:

  • op informatie gebaseerde infrastructuur zoals 5G en het Internet der Dingen (IoT)
  • aanverwante infrastructuur ondersteund door de toepassing van internet, big data en AI
  • innovatieve infrastructuur die wetenschappelijk onderzoek, technologieontwikkeling en productontwikkeling ondersteunt.

Het doel was de toepassing van digitale en andere opkomende technologieën verder te versnellen en te integreren in de traditionele industrie, zodat deze een nieuwe impuls zouden kunnen geven aan groei en verbetering van China’s toekomstige concurrentiepositie.

Investeringen in infrastructuur zijn een beproefde aanpak bij economische tegenslag. Er werd al eerder gebruik van gemaakt na de financiële crisis van 2008. In de jaren die daarop volgden investeerde China 4 biljoen RMB in de aanleg van infrastructuur en bouw van woningen voor verdere urbanisatie. Deze aanpak is echter niet zonder problemen gebleken; zo heeft het de lokale overheden opgezadeld met aanzienlijke schulden en werden er grote hoeveelheden geld verspild aan prestigeprojecten. Maar een aantal van die gevolgen moet ook niet overdreven worden. Ja, er zijn spooksteden als Kangbashi in Ordos (Binnen-Mongolië), waar de urbanisatie overschat is en dat mis is gegaan, maar deze zijn uitzonderingen op de regel. En ja, de hogesnelheidstreinen zijn op de meeste trajecten nog verre van winstgevend, maar de mobiliteit is al enorm toegenomen en heeft een boost gegeven aan het binnenlandse toerisme (alhoewel de aanwezigheid van een station voor de hogesnelheidstrein nog niet noodzakelijk een verbetering voor lokale infrastructuur betekent, zoals ik hier beschreef).

Maar dat betrof de ‘oude infrastructuur’. Wat houdt investeren in ‘nieuwe infrastructuur’ dan zoal in? Er is een aantal aandachtsgebieden:

  • 5G-netwerken. China’s drie telecomproviders (China Telecom, China Unicom en China Mobile) verwachten gezamenlijk meer dan 550.000 basestations aan te leggen in 2020. 5G- netwerken leveren snellere dataoverdracht dan de voorganger 4G (tot wel 100 keer sneller) en vormen daarmee de basis voor razendsnelle communicatie tussen apparaten, die nodig is voor zaken als smart city’s, autonome voertuigen en Internet der Dingen. 5G vormt zo ook de ruggengraat van een nieuw industrieel internet.
  • Verbeterde transportsystemen die 5G, AI en Internet of Things (IoT) integreren. China bouwt zogenaamde ‘vehicle-to-everything’ (V2X)-systemen waarmee voertuigen, voetgangers en wegen met elkaar kunnen ‘communiceren’. Voor het dataverkeer dat hierbij ontstaat is een snel draadloos netwerk als 5G of Wifi noodzakelijk. Met V2X-systemen kunnen de wegen andere verkeersgebruikers detecteren en deze gegevens via het netwerk doorgeven aan de voertuigen in plaats van de signalering over te laten aan de sensoren van die voertuigen. Uiteindelijk zouden beslissingen zelfs centraal genomen kunnen worden in een datacenter in plaats van in de voertuigen.
  • Kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence, AI)
  • Datacenters
  • Oplaadstations voor elektrische auto’s (EV’s) in de vorm van oplaadpalen (600.000 extra palen in 2020, ofwel 50% groei) en stations voor het wisselen van accu’s. Beperkte toegang tot oplaadpunten is al lange tijd de grootste barrière voor de consument om over te stappen op een EV. Na eerdere subsidies op de verkoop van EV’s ondersteunt de overheid hiermee de verdere groei van deze sector.
  • Upgrade van het elektriciteitsnet
  • Blockchaintoepassingen

Het Mercator Institute for China Studies (MERICS) maakte het onderstaande handige overzicht met doelstellingen en de belangrijkste spelers.

Voor 2020 zien de geschatte investeringen er als volgt uit:

Bron: Sinolink Securities en Technode

China wil de komende 5 jaar 10 biljoen RMB (dat is een één met dertien nullen!), oftewel 1,25 biljoen euro, uittrekken voor nieuwe infrastructuur en de helft daarvan zal geïnvesteerd worden in hightech industrieën. Zo heeft Baidu al een aantal contracten binnengehaald voor het implementeren van V2X-pilotzones in Chongqing, Yanquan (Shanxi) en Hefei (Anhui). Huawei en ZTE hebben op hun beurt contracten afgesloten voor meer dan 85% van het aantal geplande 5G-basestations, Ericsson kreeg 11,4%.

Diverse techbedrijven hebben daarnaast flinke investeringen beloofd ter ondersteuning van het nieuwe infrastructuur-beleid van de overheid. Enkele voorbeelden:

  • Alibaba kondigde een investering van 200 miljoen RMB in cloud computing aan om bedrijven te helpen bij digitalisering. De nadruk zou liggen op datacenters en ontwikkeling van computerchips.
  • Tencent volgde in mei met een opmerkelijk vergelijkbaar plan voor cloud computing, AI, blockchain, IoT en 5G. Er zou een totale investering van 500 miljard RMB in de komende 5 jaar mee gemoeid zijn.
  • SenseTime startte de bouw van een AI-computingplatform in Shanghai, als onderdeel van de nieuwe infrastructuur-plannen van de stad.
  • State Grid, China’s grootste distributeur van elektriciteit, kondigde in samenwerking met diverse techgrootheden forse investeringen in digitale infrastructuur aan.
  • De provincie Guangdong heeft een plan aangekondigd om in 2022 maar liefst 20 industrieparken gebouwd te hebben voor bedrijven die toepassingen voor 5G-technologie ontwikkelen.

Tegelijkertijd moeten investeringen in nieuwe infrastructuur ook niet overschat worden. Ze vormen slechts 10% van alle investeringen van lokale overheden, die meer prioriteit geven aan de traditionele infrastructuur zoals (spoor)wegen, luchthavens en stadsfaciliteiten. Een druppel op een gloeiende plaat. In 2019 vormden publieke en private investeringen in nieuwe infrastructuur-sectoren samen 15% van de totale investeringen.

Paul Triolo en Allison Sherlock noemen in een artikel op SupChina 3 redenen waarom het nieuwe infrastructuur-beleid zo bijzonder is:

  1. Het moet ervoor zorgen dat China leidend blijft in de uitrol van 5G-infrastructuur en – nog belangrijker – daarmee de ontwikkeling van 5G-toepassingen.
  2. De innovatie en de daarbij behorende investeringen moeten vooral van de private sector komen, die qua innovatiekracht sterk voorloopt op de staatsbedrijven. Vandaar dat partijen als Baidu, Tencent en Alibaba direct een antwoord klaar hadden.
  3. Nu de VS de toelevering van geavanceerde technologie aan partijen als Huawei dichtknijpt maakt het nieuwe infrastructuur-beleid – samen met het verschuiven van beursgangen van Chinese bedrijven van de VS naar Shanghai en Hong Kong – grote hoeveelheden financiering beschikbaar om China minder afhankelijk te maken van het buitenland.

Er zijn nog wel veel vragen over business cases voor de genoemde sectoren en hoe en óf deze op korte termijn winstgevend te krijgen zijn. Voor het kunnen gebruiken van toepassingen van slimme apparaten en het Internet der Dingen is nieuwe infrastructuur noodzakelijk, maar het duurt vaak een tijdje voor dergelijke technologie ook werkelijk toegepast kan worden. Bij 4G duurde het 5 tot 7 jaar voor de dekking voldoende was voor allerlei mobiele apps als ride hailing die nu niet meer weg te denken zijn uit het dagelijks leven.

Zoals Triolo en Sherlock uitleggen is nieuwe infrastructuur een kip-en-eikwestie. Naast het aanbod van nieuwe infrastructuur zal ook de vraag, die vooral van de niet buitengewoon vergaand gedigitaliseerde Chinese staatsbedrijven zal moeten komen, op gang gebracht moeten worden. Als de vraag of het aanbod achterblijft is het beleid gedoemd te mislukken. In kleinere steden zal de vraag daarnaast veel kleiner zijn, wat opnieuw zou kunnen leiden tot overmatige subsidiëring van investeringen en opbouwen van schulden. En als investeringen in nieuwe Infrastructuur voor lokale overheden niet snel genoeg zouden leiden tot werkgelegenheid – een van hun belangrijkste KPI’s – zouden zij hun aandacht weer naar de traditionele infrastructuur kunnen verleggen.

De beperkingen die de VS toeleveranciers van Huawei heeft opgelegd zijn een andere bedreiging voor de plannen. De toeleveranciers mogen zonder toestemming van de VS sinds 15 september geen leveringen meer doen aan Huawei van chips die zijn gemaakt met Amerikaanse technologie. Het betreft zowel machines als software die nodig is om chips te produceren. Het ziet het ernaar uit dat Huawei binnenkort niet meer zal beschikken over de meest geavanceerde halfgeleiders. Huawei en ZTE proberen intussen zoveel mogelijk Amerikaanse technologie uit hun producten te verwijderen en alternatieven te vinden. Maar China’s binnenlandse producenten hebben de technologie niet in huis om zonder Amerikaanse hard- en software de meest geavanceerde chips te maken. Het zal naar verwachting nog jaren duren voor men op gelijke voet staat.

Deze beperkingen hebben, samen met de overstromingen in delen van China, geleid tot een vertraging in de uitrol van 5G. Des te opmerkelijker is het, dat het Ministerie van Industrie en Informatietechnologie in september liet weten dat er reeds 480.000 5G-basestations geïnstalleerd waren in 2020; 96% van de doelstelling voor dit jaar. Er zouden inmiddels 60 miljoen gebruikers en 100 miljoen apparaten verbonden zijn met het 5G-netwerk. Qua oplaadpunten voor EV’s liep China al achter. In 2015 was er een doel gesteld voor 4,8 miljoen punten, in 2019 waren er nog maar 1,2 miljoen.

In een tijd waarin de export achterblijft door de wereldwijde crisis lijkt de stimulus middels nieuwe infrastructuur en andere maatregelen, zoals het stimuleren van consumentenbestedingen, voorlopig te werken. In de eerste helft van 2020 meldden 22 van de 31 provincies een positieve groei in investeringen. Investeringen in nieuwe infrastructuur stegen in de provincie Guangdong zelfs met 18,6%.

Met het nieuwe infrastructuur-beleid zet China een groot deel van haar bestedingen in op strategische prioriteiten: investeren in digitale technologie als sector voor aanhoudende economische groei en de weg naar technologische dominantie. Dit past prima in het plaatje dat Xi eerder schilderde met ‘Made in China 2025’ en was een van de oorzaken van de technologische handelsoorlog met de VS die de afgelopen jaren is ontstaan. nieuwe infrastructuur en de bijbehorende aandachtspunten zijn dus niet nieuw, maar de COVID-19-crisis heeft het beleid om verschillende economische en geopolitieke redenen wel urgenter gemaakt. ‘Made in China 2025’ was bedoeld om de afhankelijkheid van buitenlandse technologie te verminderen. Het beleid van Trump heeft Beijing in de afgelopen jaren alleen maar meer redenen gegeven om daar nog meer vaart achter te zetten (hoewel het minder hard uitgesproken wordt, zoals een fantastische analyse van Macro Polo laat zien).

Als we zien wat eerdere infrastructuurinvesteringen het land hebben gebracht, o.a. in de vorm van een indrukwekkend netwerk van hogesnelheidstreinen, is er weinig twijfel dat ook dit nieuwe investeringsbeleid China weer een treetje hoger gaat plaatsen op de ladder. In het beste geval duurt het volledig uitrollen van de 5G-technologie 7 tot 10 jaar en zou, gezien bovengenoemde uitdagingen, wel eens vertraging op kunnen lopen. Maar zelfs dan blijft China op dit vlak waarschijnlijk wereldleider.