Egbert Jan van Bel, marketing auteur en Chief Editor van CustomerTalk, was een van de deelnemers op de recente studiereis naar China, waar ChinaTalk het inhoudelijke programma voor verzorgde. Egbert schreef een tweetal columns over zijn ervaringen in China voor CustomerTalk, welke we hieronder graag met je delen.
Out of China
Op dit moment maakt een klein deel van de redactie van CustomerTalk – ik dus – een rondje langs Chinese steden. We kennen inmiddels allemaal wel de stoere verhalen van de geweldige ontwikkelingen daar in elektronisch zakendoen, de groei aan mobiele handel, de wereldwijde invloed van de digitale platformen waar je alles voor weinig kunt kopen, we lezen en horen zelfbenoemde goeroes over het sociale kredietsysteem, de invloeden van de overheid in de online organisaties, het meekijken in de data… allemaal zaken waar vele schrijvers, praters en adviseurs wel een mening over hebben die over het algemeen de kern mist. Daarom zijn we zelf maar eens kijken…
Ondernemers van eBay, Google en Amazon schoten wortel in China maar door de effectieve snoeimethodieken van de Chinese concurrenten zijn ze nooit tot enige bloei gekomen. Alhoewel, Amazon was zo slim om een shop-in-shop-constructie te ontwikkelen binnen het platform Tmall, een van de vele onderdelen van Alibaba.
Niemand heeft er van geleerd. Honderden jaren geleden kwamen de Engelsen, Fransen en Portugezen als kolonialisten met veel arrogantie en weinig respect China binnen en kregen de zijden kous op hun kop. Nothing’s changed really… Nu heten die ‘landen’ Google en eBay.
Opvallend genoeg zeggen veel Chinese retailers dat de prijs-kwaliteitverhouding wat scheef staat. China was natuurlijk van huis uit een producent van goed gekopieerde goedkope spullen die op uitzonderingen na niet bekend staan om de goede kwaliteit. Het land begint inmiddels duurder te worden. Dat kan, maar dan moet de kwaliteit ook omhoog. En misschien daarbij ook de kwaliteit van werken en leven van de vele handarbeiders.
De sociale en humane context krijgt meer aandacht bij de overheid en het management van China. Werkgeluk kost ook geld, dus ja, de prijzen van de productie stijgen. Niet erg natuurlijk, integendeel zelfs, maar je hoeft geen boreale oikofoob te zijn om te zien dat het fundament van China aan het verdwijnen is. Daar komt voor terug dat de groei aan kwalitatieve productie moet toenemen. Daardoor ontstaat een kans voor nieuwe lagelonenlanden.
Jack Ma, die van Alibaba, is het afgelopen jaar regelmatig te vinden in Afrika. Hij en zijn digitale Chinese kompanen hebben natuurlijk miljarden te spenderen om de huidige problemen die Afrika heeft aan te pakken. Zoals het bouwen van infrastructuur, het investeren in bedrijven aldaar, het ontwikkelen van educatie en het bouwen van arbeiderswoningen.
Afrika staat al bol van de ‘blue screens of death’. Dus de adoptie is er al. De vraag is natuurlijk of de politieke instabiliteit, de corruptie en het arbeidsethos een revolutie kunnen ondergaan om Afrika de eerste stap te laten zetten om China te vervangen als goedkope producent.
Dan kan China zich weer focussen op zijn kernkwaliteit, handel… De werkelijkheid snappen van het e-commerce-succes van de Chinese technologiereuzen is de verdienmodellen doorgronden. Wil je bij één van de grote e-commerce-platformen aanhaken, dan ben je als kleine wederverkoper al tonnen kwijt voor toelating en begeleiding in de marketing zoals SEO en advertising. Cijfers zijn hier niet bekend. Maar ik hoor hier over percentages van misschien wel 80 procent aan mislukte probeersels van bedrijven en bedrijfjes die starten op één van de platformen en na een aantal jaren weer afhaken. Kortom, het grootste deel van de omzet van de platformen is te danken aan andermans verlies.
De marktmeester verdient meer dan de handelaar. En zo is het altijd al geweest, alleen nu een stukkie groter.
Chabuduo
Ben weer terug van een studiereisje door China. Ging over retail, marketing, enzo. Heb een mooi nieuw begrip geleerd: chabuduo. Is Chinees. Letterlijk betekent dit ‘goed genoeg’.
Eén van de Chinese dagelijkse overlevingslevensconcepten onder het Maoïsme was improvisatie. Hoe vind ik een manier om lastig te vervangen producten zoals tractoren, gasfornuizen en gemotoriseerde driewielers in stand te houden ondanks ontbrekende onderdelen of ontoereikende toeleveraars? Toen een deugd, maar wellicht kijk je er nu naar als een ‘boerse’ wetenschap of Stakhanovitisme. Het zit in de cultuur ingebakken. Overleven.
Tijdens Mao ging het over problemen oplossen – vaak opgedragen door meerderen – die niet door jou waren gecreëerd. Los het maar revolutionair op en klaar. Immers, waarom zou er in de eerste plaats een probleem zijn, als de zaken vanaf de top zo goed zijn gepland? Problemen werden met de mantel van chabuduo bedekt.
Dat leidde toen tot een improviserend vermogen waarmee China misschien wel uniek is geworden in de business van vandaag. De reden van de ongebreidelde groei in alles daar, nu technologie als turbo op de economie is gezet.
Improvisatie was een broodnodig talent, een make-do-and-mend-realisme leidend tot vaardigheden om altijd tot een oplossing te komen. Ook al werkt ’t niet. En dan? Chabuduo! Doet de onbemande retail-store het niet? Maak je geen zorgen, we repareren het door er een tijdelijk manneke bij te zetten, het zal wel chabuduo zijn. Maar dan is ’t toch niet meer onbemand? Chabuduo. Zeg ik toch? Die mentaliteit geeft het Chinese ondernemen vleugels.
Chabuduo betekent ook het ontslag van problemen. Immers, het ligt niet aan mij maar aan de omgeving. Zo hebben de Chinezen al lang geleden het concept van een ‘minimal viable product’ uitgevonden. Je weet wel, het populaire concept als onderdeel van lean zoals ‘beter wordt het niet’. Een MVP is handig als testversie of om een product vast te lanceren om feedback te krijgen van klanten. Nee, dat vierde wiel monteren we pas na de eerste ervaringen met onze auto… Ga maar rijden. Chabuduo.
Het Europese concept van een nog-niet-klaar-product is toch anders dan de Chinese versie. Het grote verschil is dat wij, als klant, een onklaar product slecht accepteren en appreciëren. Wij hebben niet de instelling om gebruikt te worden als gebruiker, terwijl Chinezen al lang blij zijn dat er een soort van werkend product voorhanden is. Denk nog maar even terug aan de Landwind, de auto die de elandproef niet kon doorstaan en bij een kleine stuurcorrectie al omviel. Wij stuurden de containers met Landwinds gelijk terug naar de Republiek. Chinezen zeggen dan chabuduo. Dan rijd je toch gewoon rechtdoor?
– Egbert Jan van Bel