
Daar zitten we dan.
Thuis met de zomervakantie, thuis met de herfstvakantie, thuis met de kerstvakantie en dat kan nog wel een tijdje zo blijven. Normaal maak ik elk jaar twee reizen: één reis naar China, vaak volgend op de studiereizen die ik er zelf verzorg, en één reis naar een ander land. China is zo enorm groot en er zijn zoveel leuke plekken buiten de gebaande paden, dat het geen probleem is om steeds weer een leuke bestemming te vinden. Maar er zijn ook minder leuke bestemmingen…
Ik was een tijdje geleden benieuwd naar het aantal plaatsen binnen China waar ik al geweest ben dus zette ik mijn reizen in een spreadsheet (sorry, ik heb nu eenmaal een achtergrond in data). Ik bleek inmiddels 25 (stads)provincies bezocht te hebben – alleen Ningxia, Shandong, Hainan en de drie provincies in Dongbei ontbreken nog – en daarbij zo’n 110 bestemmingen aangedaan te hebben.
Nu ik dit schrijf krijg ik spontaan heimwee naar het land en schieten allerlei plekken door m’n hoofd die ik graag zou bezoeken, maar die voorlopig ontoegankelijk zijn. In dit soort tijden is het daarom misschien beter, om de pijn een beetje te verzachten, te denken aan die plekken die je al bezocht hebt, maar zo ontzettend tegenvielen. Bestemmingen die je iedereen die China wil bezoeken met klem zou afraden. Dus… hierbij vier bestemmingen in China waar je echt niet naartoe wilt. Vier plekken die op papier fantastisch klinken, maar in de praktijk tegenvallen.
Drieklovencruise – geen diepgang
Dit was een van de eerste reizen die ik in China maakte, samen met een vriend en collega-vrijwilliger die gestationeerd was in Bangladesh. De Drieklovencruise over de Yangtze moet ongetwijfeld ooit fantastisch zijn geweest. Maar na de aanleg van de Drieklovendam in Yichang, Hubei, is het water in de kloven zo’n 175 meter gestegen. De kloven zijn dus een stuk minder diep dan ze ooit waren en terwijl we in 2011 door de kloven voeren kon ik de legendarische reputatie van deze reis eigenlijk niet begrijpen.
We zaten als enige buitenlanders op een Chinese toeristenboot en hadden dus nogal wat bekijks. Buiten het maken van wat praatjes in mijn zeer beperkte Mandarijn was er was eigenlijk niet zoveel te doen aan boord. De boot legde zo nu en dan aan om wat ‘bezienswaardigheden’ te bezoeken. We hadden zes verschillende excursies geboekt die, met uitzondering van de ‘Drie Kleinere Kloven’, nauwelijks de moeite waard bleken. Maar je was allang blij dat je even van die boot af kon.
Bij de ‘Drie Kleinere Kloven’, gelegen op een aftakking van de Yangtze, had je opeens wel het idee dat je helemaal door de rotsen werd opgeslokt. Ik kan me voorstellen dat de rest van de cruise op de Yangtze vroeger ook zo moet hebben gevoeld. Of beter gezegd, wat moeten die ‘Drie Kleinere Kloven’ toen indrukwekkend geweest zijn! Toen we bij het eindpunt van de cruise aankwamen hadden we twee van de drie grote kloven überhaupt niet echt kunnen zien omdat we er ’s nachts doorheen gevaren waren.
Beste herinnering: het vertrekpunt van de reis, Chongqing, was eigenlijk het meest indrukwekkende van de hele trip. Het is een stad die ik daarna nog meerdere malen bezocht heb, omdat mijn schoonbroer daar woont.
Kanttekening: de Drieklovendam zelf is best indrukwekkend, als je van dat soort architectonische hoogstandjes houdt. Maar misschien kun je die beter bezoeken tijdens een excursie vanuit Wuhan, wat ook een interessante stad is – en niet zozeer vanwege haar coronaverleden.
Qutang Kloof In de Drie Kleinere Kloven Wu Kloof bij nacht Xiling Kloof
Qinghai Hu – uitgestrektheid aan verveling
Het doet me pijn om te zeggen, maar de eerste reis met mijn vrouw – toen nog mijn vriendin – was geen hoogtepunt. En dan bedoel ik natuurlijk qua bestemming. De reis erheen, waarbij we ook Qinghai’s hoofdstad Xining en de Tibetaanse tempels van Ta’er Si bezochten, was eigenlijk boeiender dan de eindbestemming. De reis hadden we namelijk geboekt om China’s grootste binnenmeer te zien, het ruim 4.500 vierkante kilometer grote Qinghai Hu-meer in de westelijke provincie Qinghai, een uitgestrekte uitloper van het Tibetaanse plateau.
Na een lange reis sta je dan eindelijk aan de zuidoever van een enorm meer. En dat is het dan wel zo’n beetje. Heel erg veel meer, maar niet veel meer. We sliepen in een redelijk Spartaans guesthouse dat enkel een gemengde slaapzaal had. Mijn toekomstige vrouw en een paar jonge Chinese meiden die zich toch niet helemaal op hun gemak leken te voelen, op één kamer met een buitenlandse man.
En er was werkelijk niets te beleven. Dus we huurden op een gegeven moment maar een auto om een dagtour rond het meer te maken. Okay, er waren wat Tibetaanse stupa’s, yaks en gebedsvlaggetjes aan de westoever van het meer, maar die heb je op andere plekken in China ook. En voor de graslanden ten noorden van het meer hoef je ook niet per se naar het Qinghai Hu-meer te gaan. Nee, niets om over naar huis te appen. De meligheid (en de verveling) is terug te zien in de foto’s die we genomen hebben.
Beste herinnering: elkaars gezelschap en dat van een échte Angry Bird (zie foto). Qinghai Hu is dan schijnbaar ook een topbestemming voor vogelspotters.
Kanttekening: als je eigen vervoer hebt of van paardrijden houdt is het wellicht wel een leuke omgeving.
Uitzicht vanaf de zuidoever, Qinghai Hu. Angry bird! Uitzicht vanaf de westoever, Qinghai Hu. Oeverloze verveling.
Gulang Yu – condooms en koffie
Het eiland Gulang Yu ligt bij de zuidoostelijke stad Xiamen. Het is zo’n 2 vierkante kilometer groot, autovrij en staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst vanwege de koloniale bouwwerken die je op het eiland aantreft. Dat klinkt “op papier” fantastisch en dat vinden 10 miljoen Chinezen die het kleine eiland jaarlijks bezoeken ook. Gulang Yu is het afgelopen decennium mateloos populair geworden en zoals ik eerder beschreef wil massatoerisme nog wel eens de ondergang van prachtige bestemmingen betekenen. Gulang Yu is daar wat mij betreft een van de extreemste voorbeelden van. Alles is omgebouwd tot restaurant, hostel of souvenirwinkeltje. Dat is op zich nog tot daaraan toe, maar ik heb zelden zo’n slechte kwaliteit van dienstverlening meegemaakt in China. In het hostel lagen de gebruikte condooms nog naast het bed, het eten in de restaurantjes van het eiland was zeer matig en toen ik eindelijk een koffietentje vond en daar een bakkie pleur bestelde, bleek het de slechtste koffie die ik ooit gedronken heb. ‘Ach, hij is gewoon niet gewend aan onze lokale smaak’, zei de verkoopster tegen mijn vrouw. Als ik thuis een tweede kop koffie met per ongeluk dezelfde Senseo koffiepad zet noemen we dat nog steeds Gulang Koffie.
Beste herinnering: het Koxinga-museum waar, misschien op een wat twijfelachtige manier, verteld wordt hoe krijgsheer Koxinga de Nederlanders van Taiwan verjoeg.
Kanttekening: met betere service en minder bezoekers moet Gulang Yu volgens mij een hele leuke bestemming zijn. Er is voldoende te zien en het is prima te bewandelen.
Koxinga’s strijd tegen de Nederlanders Koxinga’s strijd tegen de Nederlanders Uitzicht op Xiamen vanaf Gulang Yu eiland.
Meizhou – koninkrijk der kitsch
Een rondreis door de regio van China’s Hakka-cultuur stond al enige tijd op m’n lijstje. Bijzondere gerechten en slapen in een paar echte tulous (ronde vestingen gebouwd met aarde). In de kerstvakantie van 2018 kwam het er eindelijk van en reisden we met mijn schoonouders door de provincie Fujian en het noorden van Guangdong. We deden diverse minder bekende steden als Quanzhou, Chongwu en Chaozhou aan die veel verrassingen te bieden hadden. Ook hadden we enkele (opnieuw Spartaanse) overnachtingen in echte tulous, een ervaring die ik iedereen die een beetje gevoel wil krijgen bij hoe de Hakka-gemeenschap leefde aan kan raden. Tot je weer naar China en Fujian kunt reizen kun je, voor een sfeerbeeld, misschien de eerste paar minuten van de 2020-versie van Mulan kijken – en daarna snel afzetten.
Meizhou, in het noorden van Guangdong, staat bekend als het centrum van de Hakka-cultuur. Die moesten we dus zeker even aandoen op onze reis. Belangrijkste attractie is het Ke Tian Xia Hakka Themepark, zeg maar een soort Hakka Efteling. Ik heb zelden zo’n kitscherige verzameling van replica’s en totaal irrelevante attracties gezien. Een buitengewoon matige acrobatiekvoorstelling die niets met Hakka te maken had, een wassenbeeldenmuseum vol lachwekkende/enge imitaties en natuurlijk ook de verplichte brug met glazen bodem die zo erg spiegelde dat je er vrijwel niet doorheen kon kijken. Ik heb er nog regelmatig nachtmerries van… van dat wassenbeeldenmuseum. Ik was zo teleurgesteld, dat ik zelfs de moeite nam om op TripAdvisor een recensie te schrijven in een poging anderen deze ellende te besparen.
Voor het park ligt overigens een woonwijk die het park nog overtreft in kitscherigheid, vol met Love-thematiek en rare replica’s van Europese bouwwerken en windmolens. Als het niet buiten het hek had gelegen had ik gedacht dat het onderdeel was van het vreselijke pretpark.
Beste herinnering: onverwacht troffen we nabij het Hakka-park een museum aan (Zhongru Culture and Art Museum) met adembenemende houtsnijwerken, waaronder boomstammen met daarin scenes uit China’s vier klassieke literaire werken gesneden.
Kanttekening: een aantal bezienswaardigheden, waaronder het Hakka museum, was gesloten tijdens ons bezoek. Wellicht maken die een bezoek aan Meizhou toch nog de moeite waard.