Is een ban op TikTok een koekje van eigen deeg voor China?


Op 29 juni 2020 kondigde India aan 59 Chinese apps te blokkeren en er gaan waarschijnlijk nog meer apps en websites volgen. Het was het gevolg van een grensconflict in de Himalaya, waarbij 20 Indiase soldaten en een onbekend aantal Chinese soldaten het leven lieten. Schermutselingen treden wel vaker op aan de grens tussen India en China, aangezien een groot deel van het gebied door beide landen geclaimd wordt, maar het was voor het eerst sinds de jaren ’60 dat daar ook slachtoffers bij vielen.

De apps werden in de ban gedaan, omdat ze zich volgens India bezig zouden houden met dataverzameling die de staatsveiligheid en openbare orde zouden bedreigen. LatePost analyseerde de 59 apps en kwam tot de conclusie dat het merendeel van de apps weinig gebruikers had. Zoals Macro Polo recentelijk rapporteerde hebben apps van Chinese techbedrijven de laatste jaren echter veel terrein gewonnen in India. Volgens data van Sensor Tower waren zes van de 10 in India meest gedownloade apps in 2019 van Chinese makelij (Whatsapp, Facebook en Facebook Messenger, plus een Indiase app waren de overige vier). De nummer 1 in dat lijstje was TikTok en een derde van TikTok’s wereldwijde aantal gebruikers kwam uit India.

Bytedance, het Chinese bedrijf achter TikTok, was proactief en bevestigde enkele dagen later dat het de app offline zou halen in India. Een duidelijk gebaar dat aangeeft dat het bedrijf bereid is mee te gaan in eisen van andere markten. Niet zo vreemd, want de app ligt onder vuur in de Verenigde Staten en Europa en laat zich graag van z’n beste kant zien. In de VS verbood de regering haar militairen al eerder nog langer gebruik te maken van de app en de laatste weken gaan er in de regering van Trump steeds meer stemmen op om de app, evenals Tencent’s WeChat, volledig te verbieden. Een besluit wordt op korte termijn verwacht.

Op sociale media gaan diverse berichten rond, dat een dergelijk verbod in India en de Verenigde Staten een koekje van eigen deeg is voor China. Is het immers niet China die met haar Great Firewall diverse westerse apps en websites al ruim 10 jaar buiten de deur houdt? Op het eerste gezicht lijkt er inderdaad sprake te zijn van een “oog-om-oog, tand-om-tand”-situatie, maar het ligt toch iets anders en een aantal experts is het er over eens dat het verbannen van TikTok of Chinese apps in het algemeen een slechte beslissing zou zijn.

The Great Firewall

Er heersen veel misverstanden over censuur in China en de werking van The Great Firewall. Ik geef regelmatig lezingen waarbij ik e.e.a. probeer te nuanceren (hier is een recente lezing te bekijken). Voor de Communistische Partij is het erg belangrijk om berichtgeving naar het volk goed onder controle te houden. Enerzijds bespeelt ze de publieke opinie door slimme propaganda via door de staat gecontroleerde mediakanalen, anderzijds censureert ze content in nieuwe media die veelal door private bedrijven worden beheerd. In het laatste geval delegeert de staat die verantwoordelijkheid meestal aan de internetbedrijven en wordt er ingegrepen als deze over de schreef gaan. Ondanks dat internetbedrijven een ‘voorkomen is beter dan genezen’-beleid aanhouden en in de praktijk meer censureren dan wellicht noodzakelijk zou zijn – de overheidsrichtlijnen zijn opzettelijk vaag – lees je elk jaar wel over een aantal incidenten met internetbedrijven die op de vingers worden getikt of zelfs worden bestraft. Zo heeft Bytedance in het verleden al eens één van zijn apps offline moeten halen en zijn er jaarlijks campagnes tegen vulgaire content op internetplatforms.

Vooropgesteld, ik ben geen voorstander van dergelijke beperkingen van vrijheid van meningsuiting. Maar ik begrijp de beweegredenen van de Communistische Partij wel. De Great Firewall, formeel Project Golden Shield genoemd door de CCP, is al sinds het begin van de eeuw operationeel in China, maar ging pas aan het einde van het eerste decennium echt in de versnelling. Rond die tijd waren er diverse colour revolutions in Noord-Afrika, evenals opstanden in Urumqi, de hoofstad van de provincie Xinjiang, waarbij maar al te duidelijk werd dat sociale media als Twitter, YouTube en Facebook een belangrijke rol hadden gespeeld bij het organiseren van opstanden en communicatie tussen opstandelingen. De CCP heeft gezien en begrepen wat het gevaar is van buitenlandse internetplatforms waar ze geen controle op uit kan oefenen.

Zo gebeurde het, dat platforms als YouTube, Facebook en Twitter geblokkeerd werden in China. Ook websites van bepaalde kranten en in eerste instantie gedeeltes van, maar sinds kort heel Wikipedia zijn in China ontoegankelijk. Google had zelf al besloten niet langer mee te willen werken aan de censuur en heeft zich teruggetrokken in Hong Kong, van waaruit het in een paar jaar tijd haar volledige marktaandeel in China verloor. Eens in de zoveel tijd wordt er weer een app toegevoegd aan het lijstje geblokkeerde apps, wanneer deze te populair werd in China of werd ingezet bij bijvoorbeeld protesten in Hong Kong. Apps als Instagram en Pinterest zijn bijvoorbeeld meer recent toegevoegd aan de lijst.

Cybersoevereiniteit

Bij deze censuur hamert China op het feit, dat ze als soevereine staat zelf moet kunnen beslissen over wat in het land wel en niet is toegestaan op het internet. Op zich is er niets mis met dit principe. Ook in Europa en de Verenigde Staten is bepaalde content online verboden, omdat deze indruist tegen de wet. Gelukkig bestempelen we hier de categorieën kinderporno en terrorisme als onacceptabel. Zoals ik vaker heb gezegd hoeft het idee van cybersoevereiniteit in principe dus niet verkeerd te zijn. Het probleem is alleen, dat de lijst van wat niet acceptabel is een stuk langer is in China en daarmee de vrijheid van meningsuiting die wij hier kennen sterk ingeperkt is in het land.

Terug naar een verbod op TikTok, of zelfs op alle Chinese apps. Dat klinkt inderdaad als een koekje van eigen deeg voor China. Maar er zijn een paar belangrijke verschillen. Allereerst is het niet zo dat in China alle buitenlandse apps of alle apps die afkomstig zijn uit één land geblokkeerd worden door The Great Firewall, zoals in de beslissing van India. Heel veel buitenlandse apps werken probleemloos in China en de meeste buitenlandse websites zijn gewoon toegankelijk (alhoewel soms wel erg traag). De verbod op Chinese apps in China is dus selectief en gebaseerd op de bedreiging die zo’n app vormt voor de ‘openbare orde’ in het land.

China verbiedt dus niet op basis van land van herkomst alle apps. De beslissing van India om dat wel te doen is dan ook veel meer gedreven door politieke motieven dan door de mogelijke gevaren van de individuele apps. Over die gevaren zou je sowieso lange discussies kunnen voeren (en dat gebeurt dan ook op grote schaal in de internationale media). Het argument dat de Chinese overheid uiteindelijk elk internetbedrijf kan dwingen om data te delen is wat mij betreft ook nogal kort door de bocht. De internetbedrijven zullen die data niet zonder slag of stoot willen delen, want het kan het internationale vertrouwen in hun producten enorm schaden. Daarnaast geloof ik dat de Chinese overheid de waarde van bedrijven als Bytedance, Tencent en Alibaba best inziet en wel twee keer nadenkt voor ze dergelijke zeldzame internationale successen in gevaar brengt, ongeacht hoe ze deze bedrijven op de thuismarkt behandelt. Tenslotte sta ik ook volledig achter de stelling van Samm Sacks, specialist op het gebied van cyber security in China, dat je je ernstig moet afvragen of het nu echt zo interessant is voor de CCP om via een app als TikTok te weten ‘wie wat met wiens kat in wiens achtertuin doet‘ (Samm’s rationele speeches zijn zeer de moeite waard, bekijk/lees/beluister ze hier, hier, hier, hier en hier). Als de CCP informatie over echt gevoelige acties van belangrijke personen zou willen vergaren om die bijvoorbeeld in te zetten om die personen te chanteren of onder druk te zetten dan zijn er makkelijkere manieren te verzinnen (er zijn dan ook regelmatig berichten over Chinese hacks). Zo begrijp ik volledig, dat de Verenigde Staten de verkoop van Grindr, een LGBTQ datingapp, als een veiligheidsrisico voor de doelgroep zagen en dat er ook een stokje werd gestoken voor de verkoop van Moneygram aan Alibaba’s Ant Financial, omdat de app door veel Amerikaanse militairen gebruikt zou worden. Zoals Samm Sacks in haar betogen bepleit moet dit soort beslissingen op individuele basis per app en per context bekeken worden.

Een weg terug

Een algehele ban op basis van land van herkomst zoals India die heeft doorgevoerd lijkt dus geen goed idee. Ook voor de Verenigde Staten raden enkele experts een dergelijke strategie af. Andere landen zouden zich voor andere producten kunnen gaan afvragen hoe risicovol de Amerikaanse markt is als het land eenzijdig producten kan boycotten of kan dwingen tot verkoop van bedrijfsonderdelen (een van de mogelijke scenario’s voor TikTok). Dus een selectieve ban van TikTok zou beter zijn? Het zou in ieder geval een aanpak zijn die meer lijkt op de Chinese dan op de Indiase. Maar er is nog een belangrijk verschil.

In China is er vrijwel altijd een weg terug, in ieder geval theoretisch. Een app of website die in China geblokkeerd wordt heeft namelijk de optie om terug te keren binnen de Great Firewall. Het enige dat men hoeft te doen is een joint venture aangaan met een Chinees bedrijf, de data op servers in China hosten en voldoen aan de wetgeving in dat land (lees: de content censureren). Wat veel westerlingen niet weten is dat sommige Amerikaanse bedrijven deze weg daadwerkelijk gekozen hebben. Zo heeft Microsoft binnen China een aparte versie van Skype. En LinkedIn heeft een aparte versie van haar website in China, waarbij sommige content wel en sommige content niet zichtbaar is. Naarmate de Chinese markt het afgelopen decennium aantrekkelijker begon te worden voor Amerikaanse techbedrijven hebben enkele anderen deze route ook overwogen. Google werkte onder de codenaam Dragonfly aan een zoekmachine voor de Chinese markt die zoekresultaten kon censureren. Ook Facebook werkte, na diverse tenenkrommende charmeoffensieven van Mark Zuckerberg, aan een tool om in China zijn sociale netwerk te kunnen censureren. In beiden gevallen hebben de bedrijven onder druk van de publieke opinie en hun medewerkers deze projecten stilgelegd. Uiteindelijk beseften ze dat hun bedrijfsimago (dat soms toch al te wensen over liet) enorme schade op zou lopen bij een terugkeer in China. En het laat zich wel raden wie tegenwoordig een groot tegenstander is van TikTok nu het gebruikerstijd aan het wegsnoepen is bij zijn eigen sociale netwerk…

Bij een ban op TikTok is er geen weg terug. Geen regelgeving waar Bytedance aan kan voldoen om toch weer toegang te krijgen tot de markt. Afwezigheid van zo’n mogelijkheid tot compliance – welke de vorm van strenge regelgeving met betrekking tot databescherming, privacy en bijbehorende audits zou kunnen hebben – riekt sterk naar de marktbescherming waar China (soms terecht) van beticht wordt. China’s Great Firewall biedt zo’n opening wel, ongeacht of je die optie moet willen. Een veelgehoorde klacht uit Silicon Valley is dat The Great Firewall is opgezet om Chinese internetbedrijven een kans te geven hun internationale concurrenten voorbij te streven op de thuismarkt. Hoewel dit zeker een neveneffect is geweest, is marktbescherming naar mijn mening nooit een primair doel geweest van The Great Firewall.

Problemen met TikTok

Intussen doet Bytedance er alles aan om te bewijzen dat het een betrouwbaar handelende internationale speler is die wil voldoen aan de internationale regels. Ze nemen een voormalige COO van Disney aan in een sleutelpositie om te benadrukken dat het zichzelf als internationaal en niet als Chinees bedrijf ziet. Ze hosten data van TikTok op servers in Singapore (data van Douyin, de Chinese versie van TikTok staan natuurlijk op servers in China), hoewel de gebruikersvoorwaarden de mogelijkheid tot het delen van data met onderdelen van Bytedance openhoudt. Ze blokkeren toegang tot de app voor de medewerkers in China. Je kunt erover twisten of dit alles voldoende is en of Bytedance in schandalen in de afgelopen jaren willens en wetens content over Hong Kong of Oeigoeren heeft gecensureerd op het platform. Ik denk eerder dat dergelijke problemen te maken hebben met gebrek aan ervaring op de internationale markt waarop Bytedance pas 3 jaar actief is, mogelijk slordig kopieerwerk van Chinese software en instructies van Douyin naar TikTok (typisch gevalletje ‘cha bu duo’) of een algoritme dat op basis van gebruikersvoorkeuren voorrang geeft aan dom vermaak boven nieuws. De gemiddelde TikTok-gebruiker komt immers niet naar de app voor het laatste nieuws.

TikTok is een aantal keren betrapt op het verzamelen van buitensporig veel data van gebruikers. Maar de app is daarin niet de enige en grotere Amerikaanse platforms als Facebook zijn op vergelijkbare en ernstigere overtredingen betrapt. Ondanks een rechtszaak in december is er ook geen bewijs dat TikTok data naar China stuurt. Net als bij Huawei ontbreekt dus hard bewijs, een ‘smoking gun’, en worden maatregelen tegen TikTok, die variëren van gedwongen verkoop tot een ban, ook hier gebaseerd op potentiële gevaren. Een veelgehoord argument is ook dat de Chinese overheid via TikTok de verkiezingen zou kunnen beïnvloeden. Als dat het geval zou zijn zou Trump’s regering er alles aan moeten doen om zoveel mogelijk Amerikanen aan TikTok te krijgen in plaats van de app te verbannen. Beijing ziet namelijk graag dat Trump herkozen wordt. Van zowel Trump als van Biden kan Beijing flinke tegenwind verwachten, maar Biden zou daarvoor de internationale samenwerking opzoeken, terwijl Trump heeft bewezen internationale allianties juist te gronde te helpen. Je hoort wel eens de vraag: ‘wie wordt door Trump weer groot gemaakt? Amerika of China?’.

Kleven er dan geen problemen en gevaren aan TikTok? Zeker wel. Maar ik denk dat potentiële spionage door de Chinese overheid nog wel het minst grote probleem is. Ik ben persoonlijk geen groot liefhebber van de app. Zo is de app door het slimme algoritme uitermate verslavend en spendeert de jeugd er wel erg veel tijd op (de gemiddelde gebruiker brengt dagelijks 45 minuten door op TikTok). Je kunt je ook afvragen of bepaalde content nu wel zo gezond is. Maar dat zouden ook zomaar de argumenten van een ouwe lul kunnen zijn die de supercreatieve jongere generatie niet begrijpt. Desalniettemin heeft TikTok ook problemen gehad met criminaliteit als pedofilie en in India zelfs moord. Bytedance is niet per definitie verantwoordelijk voor deze problemen, maar een ding is zeker: ze weten op basis van de regels die in China gelden exact hoe ze dergelijke content moeten vinden en verwijderen en hebben zelfs AI-algoritmes om daarbij te helpen. Het gevaar van TikTok zit hem in het westen dus eerder in een gebrek aan censuur dan in een overvloed aan censuur en het delen van data met de Chinese overheid. Wat dat betreft kent TikTok qua content dezelfde uitdagingen als Facebook.

Uiteindelijk is het opnieuw Samm Sacks die wat mij betreft tussen alle uiteenlopende meningen het beste advies geeft: ”We moeten de risico’s van TikTok identificeren en effectieve manieren vinden om op die problemen te reageren (..) in plaats van het simpelweg te blokkeren omdat het Chinees is. (..) In plaats van een spelletje whack-a-mole te spelen tegen een steeds veranderende groep Chinese technologiebedrijven, zouden de VS er verstandig aan doen meer tijd te besteden aan het ontwikkelen van wetgeving en normen voor hoe alle bedrijven, ongeacht het land van herkomst, online privacy en beveiligde gegevens beschermen. Geen enkel bedrijf zou toegang mogen hebben tot gevoelige gegevens en deze opslaan, die vervolgens zouden kunnen worden doorgegeven aan een regering die deze zou kunnen gebruiken om schade toe te brengen of gehackt zou kunnen worden.”

Kortom, bij zo’n oplossing zou niet alleen TikTok, maar ook bijvoorbeeld Facebook, gehouden zijn aan dezelfde databeschermingswetgeving. Net zoals Europa regelmatig partijen als Google en Facebook bestraft als ze de regels overtreden kan dat dan ook voor een app als TikTok als deze zich niet aan lokale wetgeving houdt. En daarmee is deze oplossing veel meer als de cybersoevereiniteit die Beijing bepleit. Met heldere wetgeving over de regels waaraan bedrijven – ongeacht hun herkomst – zich dienen te houden als ze hun product op de betreffende markt willen aanbieden krijgt China dan wél een koekje van eigen deeg.