Leven met een Chinese: Over familie, melkpoeder en communicatie


Soms merk je bij westerlingen die met een Chinees getrouwd zijn de frustratie die de bemoeizucht van hun schoonfamilie oplevert. Het is ook iets waar ik anderen die me vragen naar mijn ervaringen met een Chinese vrouw en schoonfamilie voor waarschuw. Het is nu eenmaal de keerzijde van de hele sterke familiebanden in China. Nou moet ik zeggen dat ik het wat dat betreft buitengewoon goed getroffen heb. Ik kan prima opschieten met m’n schoonouders en hoewel onze keuzen waarschijnlijk niet altijd die zijn waar zij de voorkeur aan zouden geven laten ze ons helemaal vrij. Zelfs de bekende druk om maar zo snel mogelijk kinderen te krijgen is bij hen (voor zover ik weet) volledig afwezig. Helaas kan hetzelfde niet gezegd worden van Chinese vrienden die ons steeds weer dezelfde vraag blijven stellen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over oma van mijn schoonmoeder’s kant die alle psychologische trucjes die je maar kunt verzinnen uit de kast haalt en bij afscheid steevast zegt: ’Je moet wel snel kinderen krijgen hoor, want ik ga bijna dood!’

Toch is het meestal wel leuk om bij familie op bezoek te gaan in de geboorteplaats van mijn vrouw. Zelfs het feit dat we dan zo’n 25 personen moeten trakteren op een etentje en ik onverwacht een speech moet houden voor mijn schoonfamilie went. Mijn schoonouders wonen klein maar ze hebben wel een logeerkamer waar we kunnen slapen. Toch kies ik er steeds voor om in het hotel verderop in de straat te verblijven. Het heeft niet alleen te maken met een stukje ruimte en de privacy die ik mis, maar vooral met het feit dat het appartement geen eigen douche heeft. De woongemeenschap deelt een gezamenlijke douche en hoewel ik best wat gewend ben na een paar jaar in China, was het toch net iets teveel gevraagd om daar te gaan douchen terwijl de hele buurt uitloopt om die buitenlander te gaan bekijken. Er zijn er namelijk niet zoveel in haar geboortestad. Ik heb dan ook al heel snel geleerd om in het lokale dialect ‘waar kijk je naar joh?!’ te zeggen.

Taal

Dat lokale dialect was ook nog een puntje: heb je een paar jaar lang in je vrije tijd Mandarijn gestudeerd en kun je eindelijk eenvoudige gesprekjes voeren, blijken je schoonouders een dialect te spreken. Dat dialect begrijp ik net zo goed als mijn vrouw Limburgs en Gronings verstaat. Nauwelijks dus. Mijn schoonmoeder spreekt met een beetje moeite wel putonghua, zeg maar Algemeen Beschaafd Mandarijn, maar van mijn schoonvader hoef ik dat niet te verwachten; zijn vrouw en dochter moeten continu optreden als tolk, hoewel hij mij gelukkig wel steeds beter begrijpt.

Thuis spreken mijn vrouw en ik drie talen door elkaar: Engels, Chinees en steeds meer Nederlands. We begrijpen elkaars taal steeds beter en gebruiken daardoor minder vaak onze grootste gemene deler, Engels. Maar verkeerde uitspraak van Chinese of Nederlandse woorden leidt nog regelmatig tot hilariteit en verwarring. Het ‘kuikenpapier’ en de ‘tros duiven’ die ik ooit op een boodschappenlijstje aantrof bijvoorbeeld. Of mijn verkeerde tonen in de Chinese uitspraak, waardoor een ‘aansteker’ (Dǎ huǒ jī) ineens een ‘grote kalkoen’ (Dà huǒ jī) wordt.

Maar ook in het Engels gaat het soms mis, vooral als mijn vrouw me iets vertelt over een of meerdere personen. In China hebben ‘hij’ en ‘zij’ weliswaar een ander Chinees teken, maar de uitspraak is in beide gevallen exact gelijk (tā). Net als veel andere Chinezen haalt mijn vrouw ‘hij’ en ‘zij’ daarom regelmatig door elkaar. In een gesprek kan ze het ene moment aan één specifiek persoon refereren met ‘hij’ en een paar zinnen later met ‘zij’, wat tot enorme verwarring kan leiden, omdat ze het dus niet consequent fout doet. Zo blijkt de vrouw waar ze het een minuut geleden over had pas na veel vragende blikken dezelfde persoon te zijn als de ‘man’ waar ze nu over praat…

Mijn uitspraak in Mandarijn is de afgelopen jaren verbeterd en ik heb met hard werken inmiddels zo’n 600 Chinese karakters geleerd. Maar dat wil nog niet zeggen dat ik alle Chinese gezegden die mijn vrouw te pas en te onpas gebruikt begrijp. En het komt nogal eens voor dat ze zegt ‘In China hebben we een gezegde …’ gevolgd door iets wat buitengewoon poëtisch klinkt maar waarbij ik meestal het geduld ontbeer voor verdere vertaling en uitleg.

Datzelfde gebrek aan geduld had mijn vrouw op haar beurt een paar jaar geleden ook toen ze mij vragen stelde waarvan ik van mening was dat ik ze niet kon beantwoorden. Hierin ligt waarschijnlijk een belangrijk cultuurverschil verborgen. Een Chinees zal veelal antwoord geven, ook al weet hij het niet zeker en daarbij simpelweg z’n beste giswerk toepassen. Het niet geven van een antwoord is minder acceptabel dan het geven van een fout antwoord. Bij ons Nederlanders ligt dat anders; als wij geen betrouwbaar antwoord kunnen geven zeggen we liever dat we het echt niet weten. Dat komt op een Chinees dan vervolgens weer over als onwil. Mijn vrouw en ik hebben gelukkig niet vaak onenigheden maar een van de grootste ruzies die we hadden werd veroorzaakt doordat ik geen antwoord wilde geven op haar vraag hoeveel procent alcohol er in haar cocktail zat. Ik kende het drankje en de ingrediënten niet en zelfs als ik die zou weten kende ik de verhouding niet. Conclusie: ik kon haar naar mijn mening geen betrouwbaar antwoord geven. Dat werd geïnterpreteerd als onwil om een normaal gesprek met elkaar te voeren…

Melkpoeder

De druk van familie en vrienden valt zoals gezegd over het algemeen mee. Of misschien dringt het gewoonweg niet tot mij door, omdat mijn vrouw optreedt als filter. Er was echter een uitzondering die tot best wat frictie heeft geleid. Toen we in 2013 naar Nederland kwamen zagen veel van haar vrienden en familie mijn vrouw als een makkelijke manier om aan veilig Nederlands melkpoeder voor hun kinderen te komen. Dat was in de tijd dat hordes Chinezen in Nederland elke ochtend de supermarkten en drogisterijen overvielen om al het melkpoeder op te kopen en winkels derhalve een maximum van twee pakken per klant invoerden. Het was een tijd die de Chinees in Nederland geen goede naam heeft opgeleverd.

Inmiddels zijn er verschillende alternatieven waarmee Chinezen in Nederland online producten kunnen bestellen en die naar China kunnen laten sturen en zijn er diverse cross-border e-commercewinkels waar de consument in China zijn aankopen kan doen. Maar in 2013 was een zogenaamde ‘daigou’ die het voor je aanschafte en opstuurde vaak de enige methode. Ik was er heel stellig in dat mijn vrouw niet een van die ‘daigou’ zou worden en deel zou worden van de melkpoeder-maffia die haar landgenoten zo´n slechte naam gaven. Het heeft nogal wat discussies opgeleverd maar uiteindelijk zag ze zelf ook in dat het niet zou bijdragen aan haar acceptatie in een andere cultuur. Maar het was wel erg moeilijk voor haar om vrienden en familie te moeten teleurstellen.

Samenleven met iemand uit een andere cultuur is dus niet altijd makkelijk, maar bijna altijd boeiend en bijzonder.

Lees ook deel 1 uit deze reeks.