Zalig of schandalig? China’s voedselveiligheid



In juni was het weer zover, de Chinese media en microblogs stonden vol met berichten over China’s nieuwste voedselschandaal. Een lokaal televisieprogramma liet zien hoe vleesleverancier Shanghai Husi Food (SHF), onderdeel van het Amerikaanse OSI, kippen- en rundvlees gebruikte dat ver over de houdbaarheidsdatum was.

SHF was een belangrijke leverancier van westerse fast-food ketens in China waaronder KFC, McDonald’s en Burger King. McDonald’s zag zich genoodzaakt om het merendeel van de producten van het menu te halen en de enige burger die het nog aanbood was de visburger, een product dat niet afkomstig was van SHF.

Hoewel schande wordt gesproken van de westerse ketens beseffen veel Chinezen dat het probleem primair een Chinees probleem is. Het vlees was immers geproduceerd door een Chinees bedrijf en verschilde daarmee dus niet van het andere vlees dat in de voedselketen van het land terecht komt.

Het probleem dat sommige Chinezen het niet zo nauw nemen met de slecht gehandhaafde regelgeving en hun eigen winstbejag boven de veiligheid van hun klanten stellen speelt al lange tijd in China. In 2012 zei Wen Jiabao, destijds premier van China: “Al deze vreselijke gevallen van problemen met voedselveiligheid tonen aan dat een gebrek aan integriteit en moreel verval een serieus probleem is geworden. Het is beschamend, net nu iedereen genoeg te eten heeft hebben we deze voedselschandalen.”

Voedselonveiligheid was een van de redenen dat ik in 2013 besloot niet langer in China te blijven. Hoewel ik in China zelden zo ziek ben geweest als tijdens mijn reizen in India heb ik geregeld binnen een uur na het eten in bepaalde restaurants zware diarree gehad. Ik was me ook vrijwel constant bewust van m’n darmen, een merkwaardig gevoel dat ik voorheen niet kende. Daarnaast is het vooral de continu sluimerende angst dat wat je eet wel eens niet goed kan zijn erg oncomfortabel.

Opeenstapeling van schandalen

In de twee jaar dat ik in China heb gewoond heb ik in de media dan ook voldoende langs zien komen om bezorgd te mogen zijn. In die periode werd China vrijwel wekelijks opgeschrikt door een nieuw voedselschandaal. Een greep uit wat ik in de media las…

In mei 2011 kwam een aantal boeren in het oosten van China in het nieuws in verband met exploderende meloenen op hun velden. Ze hadden forchlorfenuron, een groeiversneller, toegepast. Deze stof verkort de groeitijd van meloenen met 2 weken en maakt ze 20% groter. De druk in de meloenen liep echter zo hoog op dat ze spontaan explodeerden.

Varkensoren zijn een snack in China (waar ze bijna alles eten). Na een klacht van een consument dat de varkensoren vreemd roken bij het koken ontdekte men dat de oortjes waren gemaakt van gelatine en natriumoleaat, wat wordt gebruikt bij de productie van zeep.

Verder:

  • varkensvlees met clenbuterol (veroorzaakt hartkloppingen, zweetaanvallen en diarree – boeren geven het hun varkens, omdat het meer spierweefsel en minder vet oplevert en een varken daardoor sneller verkocht kan worden voor de slacht)
  • varkensvlees dat als duurder rundvlees verkocht werd na het te hebben doordrenkt met borax (een stof uit wasmiddelen)
  • rijst met cadmium
  • sojasaus met arsenicum
  • wijn verdund met suikerwater en chemicaliën
  • baozi (gestoomd brood) dat gerecycled werd als het over de datum was door het in een vat met water en bloem te gooien
  • fosforescerende bacteriën in varkensvlees die het doen oplichten in het donker
  • formaldehyde op kolen gesproeid om ze verser te houden
  • chromium in gelatinecapsules voor 77 miljoen pillen
  • met bleekmiddel en kleurstoffen behandelde sojabonen die door moesten gaan voor doperwtjes
  • afgedankte vliegtuigmaaltijden die opnieuw verkocht werden
  • giftige taugé
  • namaakrijst met plastic (drie kommen rijst stond gelijk aan het eten van een plastic zak)
  • schadelijke chemicaliën in namaak-dieetpillen
  • namaakhoning die via India geëxporteerd werd naar de US
  • stuiterende eieren (waarschijnlijk doordat de kippen katoenzaad hadden gegeten; deze eieren kunnen bij de mens leiden tot impotentie)

En dan hebben we het nog niet eens over sommige boeren die hun producten op zwaar vervuilde grond verbouwen of irrigeren met afvalwater, te wijten aan zware industrie die zich dichtbij hun land heeft gevestigd. Ze eten hun eigen producten niet, maar verkopen die wel aan anderen om zelf te kunnen overleven. Zelf kopen ze hun producten elders … in de veronderstelling dat die wel veilig zijn.

Een andere bekende misstand is dat van de ‘gutter oil’: gebruikte bakolie die wordt gefilterd, schoongemaakt en als goedkoop alternatief opnieuw wordt verkocht. Naar schatting wordt nog steeds 1 op de 10 maaltijden in China klaargemaakt met gutter oil, die vaak letterlijk uit de riolen van restaurants geschept wordt, inclusief alle andere zaken die daarin ronddrijven.

Maar je eten zelf klaarmaken met ingrediënten gekocht in een ‘goede’ supermarkt is ook geen garantie dat je iets veiligs op tafel krijgt. Greenpeace deed in 2011 een test met 50 fruitmonsters en 12 rijstmonsters bij drie grote supermarktketens (Lotus, Tesco en Lianhua) in 5 grote steden. Gemiddeld bevatte tweederde resten van pesticiden, waaronder die die in de EU bekend staan als slecht voor het hormoonstelsel of ongeboren babies of zelfs verboden zijn in China. In een aantal gevallen was de aangetroffen dosis het veelvuldige van het in de EU geaccepteerde niveau (149 keer voor een spinaziemonster). Een jaar later was er nauwelijks verbetering …

Melamine

Bij de Chinezen staat natuurlijk ook het schandaal van de met melamine besmette melk in 2008 nog in het geheugen gegrift. De stof werd toegevoegd aan babymelk om het een hoger eiwitgehalte te geven. Zes baby’s stierven en 300.000 werden ziek. Ouders die het zich kunnen veroorloven kopen nu geen melkpoeder uit China maar importeren het vanuit het westen.

De helft van babymelk die in China gebruikt wordt betreft geïmporteerde merken. Begin 2013 bleek welke impact dit kan hebben op de wereld toen schappen in Nederland en Australië leegraakten doordat Chinezen (en westerlingen) massaal babymelk kochten voor familie of klanten in China. In 2008, voor het melkschandaal, beschouwde 12% van de Chinezen voedselonveiligheid als een groot probleem in China. In 2012 was dat percentage 40%.

Twee hoge functionarissen van producenten van de besmette melkproducten werden geëxecuteerd. Toch wordt melaminestof nog steeds sporadisch aangetroffen in melkproducten: vorige maand nog in melksnoepjes. En als het geen melamine is dan wel aflatoxine, een kankerverwekkende schimmel, die in december 2011 werd aangetroffen in de producten van China Mengniu Dairy (nota bene een van de boosdoeners uit het 2008-schandaal).

Een half jaar later werd een manager van hetzelfde bedrijf gearresteerd, omdat hij rommelde met houdbaarheidsdatums op verpakkingen en ook een onderzoek in een van de fabrieken van het bedrijf bracht hygiënische wanpraktijken aan het licht. Ook concurrent Bright Dairy kwam negatief in het nieuws met een bericht dat het bedrijf haar Ubest melk uit de schappen moest halen, omdat er ‘door een technische fout’ een reinigingsmiddel in terecht was gekomen.

Wantrouwen en Black PR

Door de vele schandalen ontstaat een algeheel wantrouwen in voedselveiligheid. 61% van de Chinezen die een paar jaar geleden ondervraagd werden in een onderzoek zei dat hun vertrouwen in voedselveiligheid in het afgelopen jaar is gedaald en 28% gaf aan meer geïmporteerde producten te kopen, vooral zuivelproducten, granen, olie en kindervoeding.

Het viel me op dat het aantal schandalen dat ik in de media zie het afgelopen jaar is afgenomen. Daar staat echter tegenover dat de schandalen die het nieuws halen des te groter zijn. Ik vermoed dat dit iets te maken heeft met de maatregelen die in augustus 2013 genomen zijn tegen het verspreiden van ‘geruchten’. Voor die tijd waren er diverse ‘Black PR’-bureaus actief die tegen betaling bedrijven zwartmaakten op Chinese social media.

Nu veel van die bureaus zijn opgerold en er een straf van 3 jaar staat op het verspreiden van geruchten lijkt het aantal meldingen van voedselschandalen ook te zijn afgenomen. De vraag die je je hierbij kunt stellen is hoeveel schandalen momenteel verzwegen worden, maar ook hoeveel er waar waren van de oude schandalen. In 2012 werd bijvoorbeeld gemeld dat een bepaald merk yoghurt in plaats van eetbare gelatine industriële gelatine, gemaakt van oude rubberlaarzen, als verdikkingsmiddel gebruikte. Uiteindelijk bleek het verhaal niet te kloppen, maar had het al paginagroot in de kranten gestaan, waardoor in China niemand meer van zo’n verhaal opkijkt.

In 2009 zijn nieuwe wetten ingevoerd ter bevordering van de voedselveiligheid, maar zoals met veel wetten in China worden deze slecht gehandhaafd door gebrek aan controlerende instanties (1 voedingsinspecteur per 10.000 personen). Tweederde van het vlees dat Chinezen eten is varkensvlees en de helft daarvan kan niet worden getest, omdat het niet via officiële slachthuizen wordt verwerkt.

De overheid heeft een 5-jarenplan opgesteld ter verbetering van de voedselveiligheid, maar voorlopig lijkt het dweilen met de kraan open. En er is nog een andere reden waarom een dergelijke aanpak voorlopig niet veel zal helpen; minder dan een kwart van de voedselverwerkende bedrijven controleert routinematig haar producten. Slechts 5% controleert op giftige stoffen, maar daarvan heeft slechts 1,2%  de technische mogelijkheden om op de juiste wijze alle ongewenste stoffen daadwerkelijk te kunnen ontdekken.

China heeft fantastisch eten en het is een van de aspecten die ik het meest mis, maar als je het met een bezorgd hart moet nuttigen vergaat de eetlust je al snel.