We kennen de verhalen over Chinese lockdowns en mensen die weken of maanden opgesloten kwamen te zitten in hun eigen huis. Maar hoe werkte zoiets eigenlijk in de praktijk? En welke high-, maar ook low-tech komt daar in China bij kijken?
In China wonen de meeste mensen in een zogenaamde xiao qu (spreek uit ‘sjouw tjuu’), een woongemeenschap bestaande uit meerdere appartementencomplexen met duizenden inwoners en gewoonlijk afgeschermd door een muur of hek. Afhankelijk van de omvang van een xiao qu, wat letterlijk ‘klein district’ betekent, heeft deze een of meerdere poorten. Bij elke poort is meestal een bao an, een bewaker, aanwezig. De bao an zorgt ervoor dat er geen ongeoorloofd bezoek binnenkomt, hoewel je hen tijdens rustige tijden regelmatig slapend in hun controlepost kunt aantreffen. Sommige xiao qu werken ook met toegangspasjes of, zoals we later zullen zien, gezichtsherkenning.

De ingang van de xiao qu in Xi’an waar ik enkele jaren woonde.
Grid management
Een groot deel van het overheidstoezicht vindt plaats via het zogenaamde ‘grid management’ (网格化管理, wanggehua guanli), waarbij steden zijn opgedeeld in een raster en ambtenaren en vrijwilligers verantwoordelijk zijn voor toezicht in een of meerdere vakjes in zo’n raster. Dit gebeurt deels met technologie als camera’s, maar ook met ouderwetse surveillance door genoemde vrijwilligers die een oogje in het zeil houden en ongeregeldheden rapporteren en burgers wijzen op hun plichten. Grid management lijkt daarmee op een moderne variant van het stedelijk huishoudmanagementsysteem dat actief was onder Mao Zedong, maar gaat in werkelijkheid zelfs terug tot een vorm van gemeenschapsmanagement uit de Song-dynastie (960–1279). In dat baojia-systeem (保甲制) waren gemeenschappen onderverdeeld in 10 ‘bao’ van elk 10 ‘jia’ die weer bestonden uit 10 families. Elke bao en elke jia had een leider die omhoograpporteerde over zijn unit.
De vrijwilligers in het hedendaagse grid management in China, veelal dames van middelbare leeftijd herkenbaar aan een rode band om hun bovenarm, zijn over het algemeen niet erg hoogopgeleid, vaak al gepensioneerd, en krijgen een kleine vergoeding voor hun werk (€40-€65 per maand). Iedereen die in een stad als Beijing weleens tijdens het spitsuur een drukke meerbaansweg is overgestoken kent ze ongetwijfeld als de klaar-overs die ingezet worden om het verkeer in goede banen te leiden. Je zult dan misschien ook weten hoe venijnig ze kunnen uitvallen tegen voetgangers die het niet zo nauw nemen met de verkeerslichten en mensen op elektrische fietsen of niet netjes staan opgelijnd. Ook de politiehokjes die je in de grote steden op straathoeken aantreft zijn onderdeel van het grid management.
Om je een idee te geven, in 2004 verdeelde Beijing’s Dongcheng district – naar het voorbeeld van Westminster, Londen – haar 25 vierkante kilometer en 205 xiao qu op in een raster van 1.652 vakjes van elk 100 bij 100 meter. De cellen werden gegroepeerd tot 589 cellen voor sociaal management, waaraan stadswachten (chengguan), politie, toezichthouders, partijsecretarissen, juridisch medewerkers, brandweermannen etc. werden toegewezen die vervolgens 120.000 vrijwilligers wierven. En dat was één district… In de zuidelijke stad Guangzhou maakte het bestuur enkele jaren geleden bekend 12.000 grid administrators te willen werven die elk toezicht zouden houden op 200 families. Volgens de burgemeester van Guangzhou zou een grid administrator binnen een half jaar elk familielid kennen. Cellen in het raster worden daarnaast ook uitgerust met snelle computers, databases, camera’s en andere technologie voor administratie en toezicht. Grid management op het low-tech platteland maakte daarentegen meer gebruik van ‘informanten’ als taxichauffeurs en schoonmakers.

Een grid management control center in Minhang District, Shanghai. (bron: People’s Daily online)
Na de eerste pilot in Beijing’s Dongcheng volgden meer districten in Beijing, Shanghai en andere steden het voorbeeld, met Urumqi en Chongqing als uitschieters, de eerste vanwege de etnische rellen in 2009 en de ander vanwege de campagne tegen lokale criminaliteit van Bo Xilai en Wang Lijun. In 2015 gaf de centrale overheid uiteindelijk groen licht voor het landelijk uitrollen van grid management, nadat was gebleken dat het het aantal problemen en klachten in de districten waar het werd toegepast drastisch had teruggebracht.
Lockdown onder grid management
In eerste instantie werd toezicht op de quarantaineregels vooral gedaan door de medewerkers van dit grid management. Ze verzamelden handmatig informatie over de besmettingsrisico’s van de burgers binnen hun gebied, namen hun lichaamstemperatuur op en deelden toegangspasjes uit waarmee men de woongemeenschap kon betreden en verlaten. Sixth Tone beschrijft hoe het grid management daarbij vaak veel irrelevante data zoals burgerlijke staat, lengte en bloedgroep verzamelde. Namen en ID-nummers van bewoners werden soms op lijsten genoteerd als men een woongemeenschap betrad en er waren zelfs xiao qu die bewoners verplicht elke dag hun lichaamstemperatuur lieten doorgeven aan het management of hun gezondheidsstatus zelfs lieten delen in chatgroeps.
Ook maakte het grid management vaak z’n eigen regels en weigerde b.v. toegang voor mensen die oorspronkelijk afkomstig waren uit Wuhan, ongeacht of ze die stad recentelijk nog bezocht hadden. Sixth Tone beschrijft enkele schrijnende gevallen van discriminatie van Wuhanezen en hoe er zelfs lijsten met hun namen en contactgegevens circuleerden op sociale media. Veel xiao qu en kantoorpanden begonnen de toegang te reguleren door uitgifte van papieren of geplastificeerde pasjes (chu ru zheng). De geldigheid van die pasjes was echter beperkt en ze moesten dus regelmatig vervangen worden, wat tot een hele schaduwadministratie van persoonsgegevens leidde. De aanwezigheid van het grid management had tijdens de crisis echter ook zo z’n voordelen. De vrijwilligers deden boodschappen voor de bewoners in quarantaine en zorgden soms ook voor wat broodnodig vertier in de vorm van online karaoke en fitnesswedstrijden.
Om aan te kunnen tonen waar men de voorgaande weken geweest was werd al snel telecomdata ingezet, zoals we hebben gezien in deel 3 van deze reeks. China’s drie grote telecombedrijven, China Mobile, China Unicom en China Telecom, ontwikkelden allen bigdataplatforms om de overheid te helpen bij het traceren van het virus. Uiteindelijk kwamen de telecombedrijven met een service waarmee iemand zijn reishistorie kon opvragen en zo kon bewijzen niet in een risicogebied geweest te zijn. Maar het grid management kon deze informatie nog steeds negeren en z’n eigen regels maken. De Health Code die kort daarna geïntroduceerd werd – en welke we uitvoerig bespraken in deel 5 van deze reeks – maakte grotendeels een einde aan de dataverzameling en arbitraire besluitvorming door het grid management.

Bao an en grid management-vrijwilligers in een xiao qu in Hangzhou.
Smart communities
Als iemand, al dan niet door de Health Code, thuisquarantaine krijgt opgelegd, hoe zorgt het grid management er dan voor dat mensen zich ook aan de opgelegde beperkingen houden? Allereerst met het toezicht door de vrijwilligers. Maar ook wordt hierbij technologie ingezet. Een woongemeenschap in Beijing maakt daarvoor gebruikt van door Xiaomi geleverde slimme camera’s die medewerkers van de xiao qu een notificatie en een video-opname sturen als er iemand aanbelt of de deur opent. Een andere woongemeenschap beweerde dergelijke camera’s vooral in te zetten om bewoners in quarantaine in staat te stellen contact op te nemen met de medewerkers voor het afleveren van boodschappen of het ophalen van afval (want telefoons werken niet?). In een aantal steden worden ook elektronische sensoren van telecombedrijven China Telecom en China Mobile ingezet die een bericht naar de politie sturen als de bewoners hun huis verlaten. In de meest extreme gevallen worden er zelfs camera’s binnen de appartementen zelf geplaatst.
Hoewel sommige steden wetgeving voor het gebruik van surveillancecamera’s hebben ingevoerd is er op nationaal niveau nog geen besluit genomen over een wetsvoorstel uit 2016, waardoor er geen nationale regelgeving bestaat. Qua wetgeving vallen camera’s die zich buiten de deur van bewoners bevinden in een grijs gebied; ze worden weliswaar geplaatst in een openbare ruimte, maar registrereren wel gedrag als het komen en gaan van bewoners. Maar dat is nu net de bedoeling en gezien de noodsituatie van de epidemie dus ‘geoorloofd’.
Los van de coronacrisis wordt het in China steeds gemakkelijker om ongewenste personen buiten een xiao qu te houden. Als onderdeel van een overheidscampagne om ‘smart communities’ te creëren hebben sommige woongemeenschappen in Shanghai al voor de coronacrisis gezichtsherkenningssystemen aan de poorten geïnstalleerd. In januari waren er al 9.000 van dat soort smart communities en het streven is om tegen het eind van het jaar eenderde van de woongemeenschappen te hebben uitgerust met de technologie.
Gezichtsherkenning is onderdeel van de bredere ‘smart city’-strategie van de overheid en ruim 500 steden hebben aangegeven een ‘smart city’ te willen worden. De lokale bevolking staat over het algemeen positief tegenover dergelijke technologie: het vermindert criminaliteit, maakt het openbaar vervoer efficiënter en zorgt op vele vlakken voor extra gemak. Experts waarschuwen echter voor de gevaren van opslag van biometrische gegevens, die veel gevoeliger zijn dan andere persoonlijke gegevens; als ze gelekt of gehackt worden kan de schade enorm zijn, zeker nu steeds meer beveiligde functionaliteit in China werkt met biometrische identificatie als gezichtsherkenning. In een recent onderzoek gaf 80% van de respondenten aan zich wel zorgen te maken over het lekken van hun biometrische data. Dat die angst niet ongegrond is blijkt wel weer uit een recent bericht waarin staat, dat identiteitsdata van gezichten met mondkapjes is gelekt en online verkocht wordt voor ongeveer een cent per foto. Bronnen voor die data variëren van ‘scraping’ van data van openbare websites en social media – wat in het westen overigens ook gedaan wordt door bedrijven als Clearview – tot beveligingscamera’s van xiao qu en kantoorpanden. Ondanks dergelijke gevaren waren respondenten in het eerdergenoemde onderzoek erg te spreken over het gemak dat de technologie heeft gebracht. Vooral jongvolwassenen (70% van de categorie 26-35 jaar) bleken in het onderzoek erg positief. Met de stimulans vanuit de overheid en acceptatie door de burger is het dus onwaarschijnlijk dat er een weg terug is.
Lees ook de andere delen uit deze serie.

Maandelijks de nieuwste artikelen, videos en nieuws van ChinaTalk in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.